Er bestaan in Nederland verschillende hypotheekvormen. Voor welke vorm u in aanmerking komt, hangt vooral af van de vraag of u uw eerste hypotheek afsluit of al een hyptoheek heeft en gaat verhuizen.
Als u als starter op de woningmarkt uw eerste hypotheek afsluit, moet u deze binnen 30 jaar volledig aflossen. De aflossing moet bovendien annuïtair zijn, dat wil zeggen dat u gedurende de looptijd stap voor stap de hypotheekschuld aflost. Alleen dan komt u in aanmerking voor hypotheekrenteaftrek.
De annuïteitenhypotheek en de lineaire hypotheek voldoen aan die regels.
Heeft u in het verleden een aflossingsvrije hypotheek, spaarhypotheek of beleggingshypotheek afgesloten en gaat u verhuizen? Dan mag u dezelfde hypotheekvorm behouden, inclusief het recht op hypotheekrenteaftrek. Deze regel geldt alleen voor het oude leenbedrag. Als u een hogere hypotheek nodig heeft, moet u voor het meerdere een extra hypotheek afsluiten. Maar dat deel moet u gedurende de looptijd wel verplicht aflossen. Voor uw nieuwe hypotheek geldt bovendien dat hooguit de helft aflossingsvrij mag zijn.
Met een annuïteitenhypotheek lost u in het begin van de looptijd weinig af en bestaat het grootste deel van de maandlasten uit rente. Omdat u de hypotheekrente mag aftrekken, profiteert u juist in het begin van een flink belastingvoordeel waardoor de netto maandlasten laag uitvallen.
Naarmate er meer afgelost is, daalt de hypotheekschuld en betaalt u minder rente. Maar u gaat iedere maand wel meer aflossen. Uw bruto maandlasten blijven daardoor gelijk. Omdat u minder rente betaalt, wordt echter uw belastingvoordeel wel kleiner. Dat betekent dat uw netto maandlasten langzaam maar zeker stijgen.
Voordeel:
Nadelen:
Met de lineaire hypotheek lost u iedere maand een vast bedrag af, het aflossingsdeel van de hypotheek blijft dus gedurende de hele looptijd steeds even hoog. Boven op de aflossing betaalt u hypotheekrente over uw totale lening. Dat is in het begin een groot bedrag, want het hele leenbedrag staat dan nog uit. Uw maandlasten zijn dus in het begin hoog. Omdat u de hypotheekrente mag aftrekken vallen de netto maandlasten wel lager uit.
U lost iedere maand een vast bedrag af, waardoor uw hypotheekschuld daalt en u steeds minder rente betaalt. Doordat het aflossingsdeel even groot blijft, maar het rentedeel kleiner wordt, gaan de totale maandlasten geleidelijk aan omlaag.
Voordelen:
Nadeel:
Met een aflossingsvrije hypotheek lost u niets af, u betaalt alleen hypotheekrente. Dat leidt tot lage maandlasten, maar aan het eind van de looptijd of als u verhuist, is uw schuld even groot als in het begin. U moet uw hypotheek dan aflossen met uw eigen geld, bijvoorbeeld met de opbrengst uit de verkoop van de woning.
Voordelen:
Nadeel:
Als u verhuist mag u de aflossingsvrije hypotheek meenemen, maar het aflossingsvrije deel mag dan voor de nieuwe hypotheek hooguit 50% zijn.
Deze hypotheekvorm is minder geschikt als u een eerste hypotheek afsluit. U mag dan namelijk de hypotheekrente niet aftrekken.
Met een spaarhypotheek lost u gedurende de looptijd niets af, u betaalt alleen rente. Daarnaast betaalt u een maandelijkse premie waarmee u een kapitaal opbouwt om aan het eind van de looptijd uw hypotheek in één keer mee af te lossen.
Andere kenmerken:
Voordelen:
Nadelen:
Met een bankspaarhypotheek lost u gedurende de looptijd niets af, u betaalt alleen rente. Daarnaast legt u maandelijks een bedrag in op een zogenaamde Spaarrekening Eigen Woning (SEW). Zo bouwt u een kapitaal op om aan het eind van de looptijd uw hypotheek in één keer mee af te lossen.
Andere kenmerken:
Voordelen:
Nadelen:
Met een beleggingshypotheek lost u gedurende de looptijd niets af, u betaalt alleen rente. Daarnaast betaalt u een maandelijkse premie die voor u wordt belegd. Zo bouwt u een kapitaal op dat u gebruikt om de hypotheek aan het eind van de looptijd mee af te lossen. Omdat het rendement over uw beleggingen niet vaststaat, weet u niet zeker of u voldoende opbouwt om de hypotheek helemaal af te lossen. Andere kenmerken:
Voordelen:
Nadelen: